Schepperij Loppersum, in het begin van de 19e eeuw een gemeente met ca. 2000 inwoners (nu ca. 2.600), heeft met 't Zandt eertijds tot 1 schepperij behoord. Loppersum en Wirdum vormen met een deel van Garrelsweer en een deel van Zeerijp 1 rechtstoel verdeeld in 12 clauwen.
Voor ons van belang zijn de volgende clauwen:
Osingeweersterclauw, waar Jonge Sickenheerd in ligt. De stukken betreffende deze heerd zijn waarschijnlijk via Lyzabet Pieters Huizinga, moeder van Anje Eddes Hovinga, in het archief van Groningen gekomen. De ouders van Lyzabet, Pieter Luyes Huizinga en Anje Cornelis Eenkema, hebben op Jonge Sickenheerd gewoond.
Odingehuyster clauw, waar Cremersheerd en de boerderij aan de Bosweg in liggen. Hamster clauw, waar de nu de verdwenen boerderij Lutje Ham in ligt aan het Westeremdermaar en de boerderij Den Ham.
De naam Cremersheerd komt voor het eerst voor in de akte van 28 april 1781, wanneer de eigendom van de gerechte halfscheid van de heerd door Louis van Monster en van Suirenberg verkocht wordt aan S. Alberda van In- en Kniphuisen. In de akte van 1752 heet de heerd "Hindrik Pieter Plaats", naar Hindrik Pieters Zandt die tot 1790 meier op de boerderij is geweest. Eerder heet de boerderij ook Wybbinge-, of Wibbemaheerd. De heerd heeft tot de proosdijgoederen behoord. Eveneens in de akte van 1781 wordt melding gemaakt van de rechten die op de heerd rusten.
Historische boerderij Oezingaweer op markant punt in Groninger land, Zeerijperweg 13. Boerderij heeft aardbevingsschade en vernietiging en dreigt gesloopt te worden. Bouwjaar: 1839. Foto: Maxine Roberta, 12 februari 2017. Rijksmonument 517355. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International- licentie.
Complex bestaande uit een KOP-HALS-ROMPBOERDERIJ met aangebouwde BIJSCHUUR en een KOETSHUIS. De van oorsprong waarschijnlijk uit 1839 daterende boerderij is in 1909 uitgebreid met een nieuwe bijschuur en een koetshuis. De bijschuur is aan de zuidwestzijde, evenwijdig aan de hoofdschuur gebouwd, en het koetshuis dwars op de bijschuur, op de hoek van de noordwest- en de zuidwestgevel. In 1913 wordt het voorhuis aan de linkerzijde vergroot naar een ontwerp van architect Oeds de Leeuw Wieland in Eclectische stijl, waarbij het de vorm van een dwarshuis krijgt. Beide uitbreidingen gebeuren in opdracht van S.H. Wiersema. De boerderij, die evenwijdig aan de weg van Loppersum naar Zeerijp is gelegen, heeft aan twee zijden een gracht met singelbeplanting en is bereikbaar via twee gepleisterde TOEGANGSPIJLERS op de dam die naar het achtererf leidt. De pijlers hebben beide ruitvormige decoraties en een uitspringende band, met op de ene "Oesinga" en op de andere "Weer". De pijlers worden geflankeerd door twee hekken van (vernieuwd) latwerk.
In 1789 verwerft de baronesse van In- en Kniphuisen ook de andere halfscheid van de heerd van baron Sloet. De boerderij is omgeven door grachten. De boerderij aan de Bosweg heeft ook 7 grazen land vallende onder het schatregister van Hoexmeer, of Hoeksmeer gehad. Dit is een in 1783 drooggelegd meertje van 32 ha. bij Garrelsweer tussen het Damsterdiep en het Eemskanaal ten noordwesten van het Schildmeer. De boerderij Den Ham heeft 4 grazen meedland liggen aan het Hoexmeer gehad met het recht van vissen op het meer. Den Ham staat op de plaats waar vroeger de borg heeft gestaan.
Oude grachten liggen om de boerderij heen en in het land ligt veel puin. Lutje Ham is aan de bulten in het land nog enigszins herkenbaar, evenals de loop van de oude Fivelboezem. Bij de akte van publieke verkoop van de heerd Den Ham in 1741 wordt mede verkocht de halfscheid van een ommegang op deze plaats, waarvan Rengers van Farmsum de eerste slijtinge competeert terwijl hij ook de collatie van de plaats bezit.
Hotel Restaurant Spoorzicht in Loppersum. Bouwjaar 1887. Architect: O. de Leeuw Wieland. Monument nummer: 517392. Foto: Hardscarf, 18 januari 2015. Licentie: Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0.
Zowel Jacob Willems Tichelaar, die van 1790 tot 1824 de Cremersheerd bewoont, als Derk Jans (Jensema) die van 1790 tot 1828 de Jensemaheerd bewoont, komen voor op de lijsten van de hoogstaangeslagenen in het departement van de Westereems. In 1895 wordt het bezit van de Jensema's uitgebreid met de aankoop van de boerderij Nieuw-Tocama te Uithuizen. Grietje Johannes Jensema, geboren 1854, is in 1876 getrouwd met Derk Cornelis Bonthuis, geboren te Uithuizen in 1849. Hij is een zoon van Martje Sieuwerts Arkema (1821-1887) en Cornelis Derks Nanninga Bonthuis (1816-1855), deze heeft in 1827 na de dood van zijn vader Tocama in Uithuizen geërfd. In 1876 laat Martje Sieuwerts voor haar oudste zoon Derk Cornelis een nieuwe boerderij bouwen, Nieuw-Tocama geheten. Het moet niet zo goed gegaan zijn met het echtpaar Bonthuis-Jensema. Zij hebben bij haar vader Johannes Jans Jensema op Vlierbosch een aanzienlijke schuld en vertrekken in 1895 naar Medical Lake in Amerika. Johannes Jans Jensema koopt na hun vertrek de boerderij Nieuw-Tocama in januari 1895 en zet er een bedrijfsleider op.
Jensema In maart 1895 verandert Johannes Jensema zijn testament en beschikt dat hetgeen zijn dochter Grietje zal erven direct zal vererven op haar kinderen Cornelis en Derkje na aftrek van de schulden . Mocht Grietje hier niet mee akkoord gaan dan wordt ze onterfd. Haar brief aan haar broer Jan Derk Jensema, de burgemeester van Stedum, executeur testamentair van de boedel van hun vader die in 1902 is overleden laat iets van de verhouding zien tussen Grietje en haar vader Johannes Jans Jensema. Het enige stuk in het archief dat slaat op deze Uithuizer boerderij is het kasboekje.
Herenhuis aan de Stationslaan 2 in Loppersum. Foto: Hardscarf, 18 januari 2015. Rijksmonument nr. 517376. Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Netherlands license.
Voormalige RENTENIERSWONING met aangebouwd KOETSHUIS gebouwd omstreeks 1890. Het in een Eclectische trant opgetrokken pand is een van de eerste woningen die na de aanleg van de spoorlijn in 1884 worden gebouwd aan de Stationslaan. In de jaren dertig wordt het pand bewoond door een dierenarts, die de indeling van het koetshuis wijzigt en er een berging achter laat bouwen. In 1954 laat dezelfde bewoner slaapkamers bijbouwen op zolder waarbij er tevens drie nieuwe dakkapellen in het dakvlak aan achter- en zijkant worden geplaatst.
Nieuwe bewoners geven in 1978 opdracht de plattegrond aan te passen aan hun situatie. Ondanks deze veranderingen is het oorspronkelijke aanzien van het pand nauwelijks verloren gegaan. Het is markant gelegen op een vrij ruime kavel grond op de hoek van de Stationslaan en de Molenweg, in de als gebied met bijzondere stedebouwkundige waarden aangewezen stationsbuurt.
Omschrijving: RENTENIERSWONING met aangebouwd KOETSHUIS, opgetrokken in een roodbruine baksteen op een gepleisterd trasraam afgezet met een gepleisterde band. Het woonhuis heeft een schilddak gedekt met drie soorten pannen: een zwart geglazuurde platte ruitvormige pan, een zwarte Friese golfpan en een zwarte tuile du Nord. Op de nok twee gemetselde schoorstenen met decoratief gepleisterde vlakken en een schoorsteenkap; de kroonlijst is gedecoreerd met verdiepte vlakken. De gevels zijn verlevendigd met gepleisterde gevelbanden ter hoogte van midden- en onderdorpels en met gepleisterde vlakjes met diamantknoppen, en worden geleed door H-vensters met blank glas-in-lood bovenlicht met decoratief gepleisterde wenkbrauwboog met kroonlijst en gepleisterde decoraties onder de onderdorpels. In het trasraam ronde diepliggende, gietijzeren kelderroosters.
De hoofdentree bevindt zich midden in de voorgevel (west) en bestaat uit een deur (niet origineel) met blank glas-in-lood bovenlicht, binnen een gepleisterde omlijsting; voor de deur een natuurstenen stoep (drie treden); in het dakvlak erboven een houten dakkapel met twee uitzetramen (niet origineel). De noordgevel heeft drie H-vensters; de zuidgevel drie H-vensters en een deur (niet origineel) met bovenlicht onder een gepleisterde hanenkam met sluit- en aanzetsteen, en een stenen stoep van grindbeton (twee treden). In de achtergevel (oost) openslaande glasdeuren (niet origineel). Aan de achtergevel het aangebouwde KOETSHUIS opgetrokken op een rechthoekige plattegrond onder een zadeldak, gedekt met een (vernieuwde) zwarte verbeterde Hollandse pan, met een tuitgevel aan de noord- en westzijde.
De gevels worden verlevendigd door uitspringende gevelbanden van donkere baksteen en een fries van siermetselwerk. De westgevel heeft een topgevel met schouders en tuit, bekroond met gepleisterde obelisk, een opklimmend fries van siermetselwerk en een ijzeren roosvenster.
In de westgevel een garagedeur onder een gepleisterde latei (niet origineel). De zijgevel (zuid) heeft twee staande ijzeren vensters met roedenverdeling onder een rollaag en een wenkbrauwboog van donkere baksteen met gepleisterde sluit- en aanzetstenen.
In de oostgevel een ijzeren venster als in de zuidgevel, een (niet origineel) venster en (niet originele) dubbele deur. De noordgevel met topgevel met tuit heeft een venster (niet origineel) en een ijzeren roosvenster. De oostgevel heeft een aangebouwde berging onder plat dak die vanwege onvoldoende kwaliteit en te veel verbouwingen buiten de bescherming valt.
Het INTERIEUR valt door de algehele wijziging van de plattegrond buiten de bescherming van rijkswege.
Ambten Verscheidene leden van de familie Jensema hebben functies bekleed in het openbare leven. Simon Derks Jensema (1804-1881) op Jensemaheerd, is burgemeester van Stedum. Zijn neef Derk Jensema (1824-1885) volgt hem als boer op Jensemaheerd op. In 1355 is Derk Jans Jensema een van de oprichters (penningmeester) van de afdeling Loppersum van de Groninger Mij. van landbouw. Zijn zoon Simon Derks Jensema, geboren in 1864, is burgemeester van Loppersum. De zoon van bovengenoemde Johannes Jans Jensema (1828-1902), Jan Derk Jensema, is in 1907 een van de oprichters (voorzitter) van de coöperatieve landbouwvereniging "Nittersum" te Stedum. Later wordt hij burgemeester van Stedum.
Rentenierswoning in eclectische stijl met neorenaissance-elementen. Stationslaan 6 Loppersum, bouwjaar 1900. rijksmonument nr. 517390. Foto: Roepers, 30 december 2012. Licentie: licentie Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0.
In het Groninger archief bevinden zich stukken betreffende exploitatie van de boerderijen onder Loppersum, eigenlijk iets bijzonders in een boerenarchief. De plaatsing van deze stukken is even een probleem, omdat er ook huurboekjes in het archief aanwezig zijn. Beide categorieën, huurboekjes en boekhouding, hebben echter betrekking op de financiële administratie van de betreffende boerderijen. Zodoende zijn de huurboekjes van de boerderijen onder Loppersum en Stedum over de periode 1763-1950 en de boekhouding van de boerderijen Cremersheerd en Den Ham onder Loppersum over de periode 1907-1960 onder het zelfde hoofd ‘exploitatie’ bijeen gebracht. Het register van vruchtopvolging op de boerderij Den Ham onder inv. nr. 47 is hier geplaatst, omdat het wel met de exploitatie, maar uiteraard niets met financiële administratie te maken heeft. Voor het overige is de inventaris op de gebruikelijke manier samengesteld. Toegevoegd zijn een genealogie van de familie Jensema, een kleine zegellijst, een index op geografische namen en op persoonsnamen en enkele kaartjes.
Veel steun voor het samenstellen van de inventaris en van de inleiding zijn verkregen uit de boeken "Bijdrage tot kennis van de gemeente Loppersum" en de "Uitgave ter gelegenheid van het 60- jarig bestaan van de coöperatieve landbouwvereniging "Nittersum" te Stedum, hoewel de eventuele gebruiker wordt aangeraden het boek over Loppersum niet zonder nader onderzoek te raadplegen, vanwege de onjuistheden die er in voorkomen [1].
Rijksmonument Molenweg 18 te Loppersum, nr. 517407. Foto: Roepers, 1 januari 2013. Licentie: Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0.
Ontstaan Loppersum ligt in de gemeente Eemsdelta. Het dorp ligt aan de Lopster Wijmers. In Loppersum vindt enige kleinschalige bedrijvigheid plaats en er zijn een aantal winkels. Verdere voorzieningen bestaan onder andere uit een dorpshuis, een tweetal basisscholen, bejaardencentrum, postkantoor, VVV-kantoor, politiebureau, brandweer, bibliotheek, zwembad, sporthal en -park, ijsbaan, een aantal tennisbanen en een begraafplaats. Naast een Nederlands Hervormde kerk zijn er godshuizen van de gereformeerde kerk, de gereformeerd-vrijgemaakte kerk en de pinkstergemeente.
Voormalig gemeentehuis van Loppersum. Bouwjaar: 1924/1925, architect Jan Benninga (1894-1970). Hij is ook de architect geweest van het gemeentehuis te Stedum, Nieuwolda en Eenrum, alsmede een woonhuis te Loppersum en een boerderij te Westeremden. Foto: Hardscarf, 18 januari 2015. Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationaal licentie.
Wierde Loppersum is ontstaan op een wierde aan de Fivelboezem in de vroege middeleeuwen. Rondom het dorp liggen nog 3 kleinere boerderijwierden. De aanduiding 'Loppesheim' wordt voor het eerst gebruikt in 945 in een lijst van goederen van de abdij van Fulda. De naam komt van de heer Loppes (of Luppes), die er woonde (um = heim = huis). De eerste kerk is waarschijnlijk reeds rond 800 gebouwd op de wierde, de huidige dateert uit 1217. Bij Loppersum heeft de borg Duirsum (Huis Den Ham; afgebroken rond 1727) gestaam, waar de beruchte Spaansgezinde Johan de Mepsche heeft gewoond in de 16e eeuw, die begraven moet zijn in de kerk van Loppersum Zijn graf is tot op heden nog nooit gevonden. In 1811 is Loppersum een gemeente geworden, maar heeft tot 1925 geen eigen gemeentehuis. In plaats daarvan wordt een gebouw gehuurd, van 1824 tot 1925 is dit een bovenkamer aan de Lagestraat geweest.
Stellingmolen De Stormvogel. Molenweg 67, Architect: Bremer: 1968/1971. Bouwjaar: 1849. Foto: Willemjans, 10 juni 2006. Rijksmonument nr. 26264. Licentie: GNU Free Documentation License.
Korenmolen De Stormvogel In 1849 wordt de korenmolen De Stormvogel gebouwd bij het dorp. De oorspronkelijke wierdenstructuur van het dorp is grotendeels verloren gegaan. De vroegere handelsstraten Schipsloot en Lagestraat hebben vrijwel geheel hun belang verloren in de plaatselijke economie. Het dorp heeft in de loop der tijd een wat langwerpige vorm gekregen, gecentreerd rond de as van de centrale hoofdweg. Qua architectuur stammen veel monumenten uit eind 19e, begin 20e eeuw. Er bevinden zich een aantal eind-19e-eeuwse villa's aan de Stationslaan. Rond het station zijn de meeste gebouwen van de hand van de Lopster architect Oeds de Leeuw Wieland (1839-1919). Een deel van het dorp is aangewezen als beschermd dorpsgezicht (met uitbreiding).
Petrus en Pauluskerk Loppersum, Kerkpad 1, na 1217. Foto: Gouwenaar, 12 juli, 2006. Rijksmonument nr. 26265. Licentie: Publieke Domein.
De Petrus en Pauluskerk De Nederlands-hervormde kerk, is gebouwd in de middeleeuwen en gewijd aan Petrus en Paulus, het is de grootste dorpskerk van de provincie Groningen. Het is een grote kruiskerk met een vijfzijdig gesloten koor, zijkappellen en een forse toren van drie geledingen en een zadeldak. Dit is de proosdijkerk voor een groot deel van Fivelingo geweest.
Economie In de omgeving van Loppersum zijn lange tijd zwarte bessen als onderbeplanting gebruikt in appel- en perenboomboomgaarden. Ook worden er veel kruisbessen, aalbessen en frambozen geteeld. Rond 1900 is ruim 8 hectare in gebruik voor de bessenteelt. In het dorp heeft het bedrijf Gruno’s Bessentuin daarvoor een wijnfabriekje gehad. Nadat Loppersum in 1884 een station aan de spoorlijn Groningen - Delfzijl heeft gekregen, krijgt de bessenteelt een grote impuls.
In de jaren 1960 is ze echter ter ziele gegaan door de gestegen loonkosten. De vroegere bessenteelt is terug te zien aan de aanwezigheid van grote open binnenterreinen in het dorp, waar de bessen vroeger zijn geteeld.
Zoutwaterzwembad Het zoutwaterzwembad, het K.P. Zijlbad genoemd, aan de Badweg is in 1933 gegraven in opdracht van de vereniging 'Loppersumer Jaarmarkt'. De Heidemij heeft het werk uitgevoerd met de inzet van werklozen in het kader van de werkverschaffing. Zout water van 6000 jaar oud wordt opgepompt uit een bron op 112 meter diepte. Het zwembad wordt voornamelijk gebruikt voor recreatie. Doordat het chloorvrije water rijk is aan verschillende zouten maken ook specifieke doelgroepen gebruik van het bad.
Villa Maria Zuidven aan de Lagestraat 7 te Loppersum. Architect: O. de Leeuw Wieland., 1912. Monument nr. 517396. Foto: Hardscarf, 18 januari 2015. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International- licentie.
Aardbevingen Op 24 oktober 2003 en 10 november 2003 vinden er in Loppersum aardbevingen plaats, beide met een kracht van 3,0 op de schaal van Richter. Er vinden vaker aardbevingen plaats maar niet alle bevingen worden gevoeld. De bevingen ontstaan door gaswinning en vaak wordt schade aan huizen, zoals scheuren in muren, vergoed door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).
Een aardbeving op 16 augustus 2012 bij het nabijgelegen Huizinge heeft een magnitude van 3,6, de sterkste aardbeving ooit gemeten in Noord-Nederland. In het Groningenveld is een toename van het aantal bevingen te zien. Dit lijkt een samenhang te hebben met de destijds toegenomen gaswinning.
Foto: Middenstraat. Middenpad met de gracht om boerderij Zuidven, 1920-1930. Bron: RHC GA, Groninger Archieven, Beeldbank Groninger Archieven.
|
||||||||||||
|